Tenerife Insider Tips

Barranco del Infierno in Adeje

Barranco del Infierno in Adeje

Adeje

In het zuiden van Tenerife, op een steenworp afstand van het toeristische Costa Adeje, ligt het charmante bergdorpje Adeje. Met de taxi ben je hier, vanaf Costa Adeje, in ongeveer 15 minuten. Met de bus doe je er ongeveer een half uurtje over (voor informatie over de bussen, klik hier).

Maar vandaag wil ik het niet over het dorp zelf hebben (hoewel er genoeg over te vertellen is). Vandaag laten we het dorpje achter ons, en begeven ons naar één van de mooiste  – en meest bekende – bergkloven die de gemeente Adeje kent: de Barranco del Infierno. Vrij vertaald: de helle-kloof.

De legende van de Barranco del Infierno – in het kort

De onheilspellende naam is, voor zover bekend, gebaseerd op een oude legende over de oerinwoners van het eiland, de Guanches. Volgens overlevering bevond zich in de kloof destijds een opening naar de hel, Nautemio. Dit werd tevens het plaats delict van een ongelukkig geëindigde driehoeksverhouding tussen de beeldschone, maar tamelijk arrogante, Iora en de koningszonen Xampó en Saute.

De legende wil dat Iora, die eigenlijk met Xampó verloofd was, uiteindelijk toch liever koos voor Saute, die als troonvolger natuurlijk meer rijkdom en macht zou erven. In een vals complot, in scene gezet door zijn ex-geliefde en broer, stortte Xampó in de diepe krochten van Nautemio. Maar de twee snoodaards hadden niet gerekend dat Xampó terug zou komen als gigantische, wraakzuchtige reus.

Hoewel ze nog probeerden weg te vluchten, werden Iora en Saute niet veel later vertrappeld onder  Xampós gigantische voet. Nadat hij wraak had genomen,  veranderde Xampó in een reusachtige monoliet. En tot op de dag van vandaag staat hij daar nog.

Geloof je me niet? Doe dan je wandelschoenen aan, en waag je aan de 6,5 km lange wandeling door de kloof!

(Bron:  Luis SALCEDO,La Leyenda del Barranco del Infierno-1932)

Wandelen in de Barranco del Infierno

De wandeling begint aan het einde van Calle de los Molinos in Adeje, juist naast het restaurant Otelo.

De kloof is een natuurreservaat en kan alleen met reservering bezocht worden. Om de natuur niet teveel te belasten, mogen er ieder half uur maar 20 mensen naar binnen. Ik vind dit persoonlijk trouwens ook fijn voor de bezoekers, want zo kun je in alle rust van de adembenemende schoonheid genieten, zonder onder de voet te worden gelopen (ook niet door Xampó).

De toegangs tot de kloof is mogelijk tussen 08.30 en 11.30 (ieder half uur 20 personen), maar je hebt tot 15.30 de tijd om de kloof te verkennen.

Bij de ingang van de kloof krijg je, naast wat aanwijzingen, ook een helm mee. De helm is verplicht, en ook geen overbodige luxe daar het kan gebeuren dat er soms wat losse steentjes naar beneden rollen.

Wat moet ik verder meenemen?

De wandeling is niet al te moeilijk, maar hou er rekening mee dat je toch enigzins boven zeeniveau zit (tot aan 1300 meter), dus de lucht is ietsjes dunner. Verder is er nog een beetje te stijgen en dalen. En hoewel het wandelpad goed is aangelegd, zou ik persoonlijk aanraden toch misschien een wandelstok of zo mee te nemen. Ik heb daar zelf altijd baat bij. Een gemiddelde conditie is wel vereist.

Verder: doe goede wandelschoenen aan. Dat hoeven niet direct van die zware berglaarzen te zijn, maar zorg dat je een goede grip en profiel hebt. Geen teenslippers dus (en ik heb in mijn tijd toch echt veel locals gezien die gracieus van steen naar steen huppelden op teenslippers). Tegenwoordig is het dragen van teenslippers verboden als je deze wandeling wilt doen.

Je kunt eventueel een kleine snack meenemen voor onderweg. Een stukje fruit zoals een banaan doet het altijd goed als je even energie bij moet tanken. Maar sleep niet teveel mee want…we gaan zo namelijk nog de beroemde knoflook-kip eten in het dorp!

Een flesje water is ook een must, en je kunt die onderweg eventueel bijvullen in de ijskoude beek die door de kloof stroomt (geen angst voor natte voeten, op de meeste oversteekpunten zijn bruggetjes gebouwd).

Oh, en voor ik het vergeet: een fototoestel, zonnecrème en misschien ook best een hoofddeksel (petje met klep of zo). In het begin van de wandeling kan de zon nog erg fel zijn. In de loop van de wandeling is er meer schaduw.

Wat kan ik onderweg verwachten?

De temperatuur en plantenvariatie varieert naar gelang we stijgen. Je komt dus verschillende vegetatie tegen, van cactussen in het lagere gedeelte tot aan dennebomen in de wat hoger gelegen gedeeltes.

Als je omhoog kijkt zie je her en der nog oude grotten. De Guanches (zie ook mijn vorige blog, klik hier) uit deze omgeving leefden in deze grotten, en lieten een paar interessante archeologische souvenirs achter, in de vorm van rotstekeningen, inheemse mummies en gebruiksvoorwerpen. De grootste verzameling hiervan bevindt zich tegenwoordig  in het Museum van Natuur en Mens (klik hier) in de hoofdstad Santa Cruz de Tenerife.

Waterval

Na ruim 3 km kom je dan bij het einde van de kloof. En het begin van een 200 meter hoge waterval. Verwacht nu geen Niagara-achtige tafrelen. In een droge periode is het een redelijk zielig straaltje, maar desalniettemin echt een blikvanger. Echte die-hards wagen zelfs een sprong in het (ijs)koude water.

Hoe en waar kan ik reserveren voor deze unieke wandeling?

Reserveren is goedkoop en gemakkelijk. Klik hier voor de  website, waar je alles vindt over de prijzen en waar je tevens de door jou gewenste dag en uur kunt reserveren. Het is het best om dit een paar dagen van tevoren te plannen, om teleurstelling te voorkomen.

En nu…eten!

Ja, van zo´n wandeling krijg je natuurlijk trek. En wat is er nou leuker dan deze geslaagde (halve) dag af te sluiten met een typisch gerecht uit Adeje: de beroemde knoflook-kip.

Bij de ingang van de Barranco bevindt zich het redelijk bekende restaurant Otelo. Naast knoflook-kip, hebben ze ook andere lokale gerechten op het menu staan.

Maarrrr… hoewel je er best lekker kunt eten, en de ligging van het restaurant, juist boven het ravijn, ronduit spectaculair is, zou ik graag een Insider Tip willen delen. Want tenslotte is dat de bedoeling van deze website

Mijn insider tip is het restaurant Oasis. Dit is gelegen in Calle Grande in Adeje, ongeveer 100 meter vanaf de mooie Parroquia Santa Ursula Mártir (kerk). Het interieur van het restaurant is niet bepaald spectaculair, en je vindt er ook geen enorme menu-kaart. Eigenlijk bestaat er helemaal geen menu-kaart. Al decennia lang bestaat het eten uit niks anders dan heerlijk knapperige knoflook-kip, salade en vers gemaakte frieten. Eenvoudig maar echt om je vingers bij af te likken! Dit is waar de locals zelf ook graag komen eten, dus dan weet je het wel!

Tot zover deze week´s Tenerife Insider Tips, blijf gezond en…

Hasta Pronto!

6 reacties op “Barranco del Infierno in Adeje”

  1. Wij waren er onlangs nog, een echte aanrader! Het is ook super tof dat je heel dikwijls paragliders kan spotten in deze zone

  2. Een echte aanrader die Barranco de Infierno en dat restaurant Oasis. Ik heb er 5 jaar gewoont en nostalgische herrinneringen aan het dorp Adeje. Vooral de kikkers die een luid en prachtig openluchtconcert gaven in de watertanken (waterreservoir) . Naast mijn huis was er zo’n watertank en overdag zat er dan een witte reiger te vissen op een lekkere dikke kikker.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *